Scheepsbouwtekening van een boltjalk en een praam.
VervaardigerRoorda, Bauke
TrefwoordenBoltjalken, Tjalken, Pramen
ObjectnummerFSM-1991-390
Periode van1910
Periode tot1910
BeschrijvingScheepsbouwtekening van een boltjalk en een praam. Pen op papier. Voor de boltjalk geldt: Zij-, boven-, voor- en achteraanzicht. Schaal niet aangegeven. Afmetingen niet aangegeven. Opdrachtgevers: Jongeling te Wierum en Engelsma te Grou. De praam werd gebouwd voor de firma G.J. ter Horst te Sneek. De tekening ervan geeft een zij-aanzicht en een dwarsdoorsnede. Schaal en afmetingen zijn niet aangegeven.
AchtergrondinformatieOp de andere kant van het papier de tekening met inv.nr. 1991-391., Archief van werf De Piip van de Gebroeders Roorda te Drachten:
- Werfboek nr. 49: 'Tjalkschip Jongeling, Wierum. begonen 1 Augustus 1910, afgeleverd Nov. 1910. prijs f. 1800'.
- Werfboek nr. 57: 'Tjalkschip Engelsma Grouw. begonnen 10 Juli 1911, afgeleverd 7 Octbr. 1911. prijs 1575'.
- inv.nr. 52. De tjalk van Engelsma was later De Vriendsschap van Siete Meeter te Bolsward. Het schip dat voor Jongeling te Wierum is gebouwd, is ook nog steeds in de vaart onder de naam Vriendschap (zonder 'De'. zie ook www.zeilenmetvriendschap.nl).
Bauke Roorda (1878-1958) was de zoon van Berend Tjeerds Roorda (1848-1928) die eerst scheepstimmerknecht was bij Pieter Haykes van der Werf aan de Langewijk te Drachten. In 1896 begon hij een eigen werf aan de Boven Drachten en verhuisde in 1902 naar het Molenend te Drachten bij de brug De Piip. Bauke Roorda had drie broers van wie er twee met hem de werf van hun vader overnamen. Bauke Roorda werd erkend als baas, hij tekende de schepen. Broer Tjeerd Roorda deed het smidswerk en broer Wouter Roorda het timmerwerk. Bauke Roorda heeft het vak geleerd bij Eeltje Holtrop van der Zee te Joure. Daar werkte hij tot 1896, het jaar waarin zijn vader een eigen werf begon. Toen de vraag naar ijzeren schepen groeide ging Bauke Roorda in de leer bij de Groninger scheepsbouwer J. Mulder te Vierverlaten. Beide leermeesters zijn in de schepen van Roorda te herkennen. De schepen kunnen veel lading hebben, maar de Groninger vorm was Roorda niet naar de zin. Hij bouwde zijn schepen in het achterschip gepiekt (als de boeiers van Van der Zee). Daardoor zijn het snelle schepen. Rond 1925 nam de vraag naar nieuwe schepen af en ging de werf over tot het aannemen van constructiewerk, met name van waterbouwkundige werken (bruggen, sluizen, etc.)., Literatuur:
- Jaarboek Fries Scheepvaart Museum 1991, pp. 18-19.