fries scheepvaart museum
Actueel
Uitverkocht op 15 januari: dag van de Elfstedentocht

Uitverkocht op 15 januari: dag van de Elfstedentocht

Op 15 januari 1909 werd de Koninklijke Vereniging De Friesche Elf Steden opgericht. Dat is dan ook de reden dat 15 januari 2019 werd uitgeroepen tot de Dag van de Elfstedentocht. Die staat geheel in het teken van de Elfstedencultuur, zoals die wordt beheerd door archieven en musea. Het gaat dus niet om de vraag of we die tocht ooit nog gaan krijgen, maar over de verantwoordelijkheid voor erfgoedinstellingen om de schaatsgeschiedenis vast te leggen.


Op woensdag 15 januari 2025 (13.30 - 16.00 uur) is in het Fries Scheepvaart Museum alweer de zesde editie. De voertaal is Nederlands. De kaarten zijn inmiddels uitverkocht.

Lezing 22 januari: Koopvaardij in Sneek en Friesland

Lezing 22 januari: Koopvaardij in Sneek en Friesland

Op 11 december overhandigde schrijver Jan Auke Walburg het eerste exemplaar van het prachtige boek ‘Friezen op Zee’ aan Hester Postma. Het boek over de Gouden eeuw van de koopvaardij in Friese steden en dorpen werd onder grote belangstelling gepresenteerd. Een mooi aanleiding voor een lezing over Friese koopvaardij in het algemeen en de Sneker koopvaardij in het bijzonder.

 

Het boek Friezen op Zee
Tijdens de zeventiende en achttiende eeuw komt de Friese koopvaardij tot een ongekende bloeiperiode die vrijwel overal in Friesland welvaart brengt. Deze Friese Gouden eeuw is onlosmakelijk verbonden met de Gouden Eeuw van Amsterdam. Het zijn vooral de Friezen die via de Oostzee de Amsterdammers voorzien van graan en van het hout dat nodig is om de stad op te bouwen. Dit ontwikkelt zich met name vanuit de doopsgezinde netwerken. Friezen op zee vertelt hoe tienduizenden schepen vanuit Friesland door de Sont op weg gaan naar de Oostzee, hoe boerenzoons schepen bouwen en Waddeneilanders de walvisvaart opbouwen, hoe marktplaatsen uitgroeien tot internationale havens, hoe men vanuit veengebieden turf naar Amsterdam verscheept en ten slotte hoe de koopvaardij ten onder gaat.

 

Over Jan Auke Walburg

De wetenschappelijke belangstelling van Emeritus-hoogleraar Jan Auke Walburg gaat uit naar de omstandigheden waaronder gemeenschappen tot bloei en ontwikkeling komen. Hij maakte een diepgaande studie naar de ontwikkeling van een 25-tal Friese steden en dorpen die vooral dankzij de scheepvaart tot welvaart kwamen. Jan Auke Walburg is opgeleid als klinisch psycholoog en bedrijfskundige en was werkzaam als directeur van verschillende zorgorganisaties en van het Trimbos-instituut. Hij schrijft artikelen en boeken over onder andere maatschappelijke toepassingen van positieve psychologie en is voorzitter van de Wurkgroep Maritime Skiednis van de Keninklijke Fryske Akademie.

 

De toegang is (inclusief kopje koffie of thee) € 7,50 per persoon. De lezing is op woensdagavond 22 januari en start om 19.30 uur. Inloop vanaf 19.00 uur.

Graag vooraf aanmelden per e-mail via balie@friesscheepvaartmuseum.nl

Lezing 5 februari: De vergeten watersnoodramp van 1825

Lezing 5 februari: De vergeten watersnoodramp van 1825

Op woensdag 5 februari vertelt Alice Booij over een watersnoodramp die precies 200 jaar geleden plaatsvond. Tijdens een stormvloed, waarbij hoogten van rond de drie meter boven normaal werden genoteerd, braken in 1825 de dijken door. Het zoute zeewater stroomde over een groot gedeelte van Friesland. De overstroming had een lange en dramatische nawerking. Er braken ziekten uit, oogsten mislukten en grote delen landbouwgrond waren bedorven. Inwoners die de vloed overleefden, stierven in de jaren daarna alsnog in groten getale. Het kerkhof rond de kerk werd al gauw te klein en Sneek moest als gevolg van deze ‘ramp na de ramp’ het kerkhof rond de Martinikerk sluiten en richtte in allerijl buiten de stad een nieuwe begraafplaats in.

 

Over Alice Booij

Alice Booij was werkzaam in de journalistiek en als medewerker communicatie. Alice Booij is dé vraagbaak voor Sneek als het gaat om de geschiedenis van de stad. Bijvoorbeeld in de coronatijd was Alice voor veel Snekers een lichtpuntje in de week. Elke zondagmorgen publiceert ze een mooi historisch verhaal over Sneek, dat door vele Snekers gelezen en zeer gewaardeerd wordt. In 2024 werd ze benoemd tot Waterpoorter. Haar benoeming is gebaseerd op onder andere haar vrijwillige bezigheden voor het Fries Scheepvaart Museum. Ze schrijft voor ons museum teksten over verschillende tentoonstellingen, uitgaves, foto's en oude films. 

 

De toegang is (inclusief kopje koffie of thee) € 7,50 per persoon. De lezing is op woensdagavond 5 februari en start om 19.30 uur. Inloop vanaf 19.00 uur.

Graag vooraf aanmelden per e-mail via balie@friesscheepvaartmuseum.nl

Museum aan de A draagt Friese maritieme collectie over

Museum aan de A draagt Friese maritieme collectie over

Museum aan de A in Groningen – opvolger van het Noordelijk Scheepvaartmuseum – heeft ruim vijftig maritieme objecten en een verzameling scheepsbouwtekeningen met een Friese achtergrond geschonken aan het Fries Scheepvaart Museum. Op 16 december is de overdracht in Sneek symbolisch bekrachtigd. Directeur Hester Postma van het Fries Scheepvaart Museum nam het naambord van beurtschip Sneek VI in ontvangst uit handen van directeur bestuurder Nicolette Bartelink van Museum aan de A.

 

In Sneek wordt achter de schermen al hard gewerkt aan de vernieuwing van de vaste presentatie. “Bij de afweging wat er straks wel en niet in de vaste opstelling te zien zal zijn, kunnen ook deze nieuwe aanwinsten mooi worden meegewogen”, zegt Postma. “De overdracht komt dus op een goed moment.”

 

Het beurtschip Sneek VI is in 1903 in Groningen gebouwd en was in dienst van de Groninger-Lemmer Stoomboot Maatschappij. Met 27 beurtschepen was het in de jaren 30 van de vorige eeuw een van de grootste vervoerders van Nederland met een dagelijkse vaardienst op de route Groningen, Sneek, Lemmer, Amsterdam, Zaandam en Rotterdam.

 

Walvisvaart
Een deel van de historische voorwerpen heeft betrekking op de walvisvaart – die ook vanaf de Friese eilanden intensief was - en vormt daarmee een mooie aanvulling op de bestaande deelcollectie hierover van het Fries Scheepvaart Museum. Een aantal objecten is van balein of walvisbot gemaakt, of heeft betrekking op de vangstpraktijk. “Zo laten twee modellen zien hoe de vangstboten werden opgesteld op een walvisvaarder, zoiets hadden we nog niet in collectie”, zegt conservator Erik Betten. Hij is ook bijzonder gecharmeerd van een achttiende-eeuws spanen doosje met naïeve afbeeldingen van de walvisvaart. “Zo’n versierd gebruiksvoorwerp maakt het leven van de bemanningsleden van toen een stuk inleefbaarder.” Ook de twee granaatharpoenen vormen een mooie aanvulling op de collectie in Sneek. “Eentje heeft meteen een passend plekje gekregen in onze vaste opstelling.”

 

Nicolette Bartelink is erg blij met de overdracht van de Friese museale objecten. “Het tonen van bijzondere voorwerpen is tenslotte naast beheer en behoud een erg belangrijke, publieke taak van musea. Zo kunnen bezoekers deze bijzondere voorwerpen straks bekijken in de Friese context, voorzien van de verhalen die daarbij horen.”

 

Museum aan de A
Museum aan de A bevindt zich op dit moment in de transitie van een museum over de maritieme geschiedenis van Noord-Nederland naar een historisch museum over de stad en provincie Groningen. De niet-Groningse collectie past niet meer in dit nieuwe concept. Vandaar dat besloten is om objecten die geen relatie hebben met Groningen over te dragen aan andere musea.

Expositie 'Kiek, dit maakt Sneek' t/m maart te zien

Expositie 'Kiek, dit maakt Sneek' t/m maart te zien

'Kiek, dit maakt Sneek' is de laatste van het drieluik tentoonstellingen over Sneek in de twintigste eeuw, die het Fries Scheepvaart Museum samen met de Vereniging Historisch Sneek maakt. Na het straatbeeld en het verenigingsleven, richten we nu de blik op de bedrijvigheid in de stad. 

Die begon in en bij de oude binnenstad. In de loop van de tijd verplaatste de ene na de andere vorm van maakindustrie zich naar nieuwe terreinen buiten de grachten, of zelfs buiten Sneek. De binnenstad veranderde in een winkelgebied met horeca, kantoren en woonhuizen. Maar de bekende Sneker merken leven voort in de collectieve herinnering, en sporen van de oude bedrijven zijn nog volop terug te vinden in het centrum. 

In 'Kiek, dit maakt Sneek' zien we aan de hand van foto’s en objecten van échte Sneker bedrijven zoals Gaastra, Tonnema, Poiesz, Ruiter Machinefabriek en Lankhorst, de ontwikkelingen in de industrie, en de invloed daarvan op de stad. De tentoonstelling is nog tot en met 16 maart 2025 te zien.